Skip to main content
Upeksha-Gelijkmoedigheid

Upeksha-Gelijkmoedigheid

In onze tuin zijn er 2 grote oude bomen, een eik en een beuk. De eik heeft een aantal jaren geleden een zware storm meegemaakt en is zijn kroon kwijtgeraakt. Nu is die aan het sterven en moeten we hem laten kappen. Maar zijn buurboom, de beuk, lijkt kerngezond. Hij heeft een omtrek van 3,5 m en is torenhoog.

Toen ik ontdekte dat een groep zwammen aan de voet van de beuk groeide, schrok ik ontzettend! Ik wist instinctief dat het geen goed teken is voor een boom. Bij nader onderzoek vond ik rondom de eik ook die zwammen. De beide bomen zijn heel close en hun wortels lopen door elkaar. Van ontzetting heb ik de zwammen van onder de beuk eruit geschopt. Ik wilde het niet zien. Ik wilde niet geconfronteerd worden met de sterfelijkheid van deze beuk. Ik huilde.

In de ochtend van mijn ontdekking had ik mijn moeder gebeld en ze vertelde me dat ze steeds minder kracht heeft. Ze kookt niet meer voor zichzelf maar neemt de restjes van de lunch in het restaurant van haar aanleunwoning mee. Ze zei ook dat ze steeds vergeetachtiger wordt en komt niet makkelijk op haar woorden, wat me bezorgd maakte.

Ik was die dag verdrietig om mijn moeder en ook om de boom. Ik werd geconfronteerd met mijn gehechtheid en was helemaal in de ban van mijn geest. Ik had de zwammen eruit geschopt in een poging om de beuk te redden. Ik had voor de beuk gekozen. Maar ineens zag ik geen verschil meer tussen mijn moeder en de beuk: mijn moeder is de boom en de boom is mijn moeder. De zwammen laten me concreet het proces van afsterven zien. Want dat is wat zwammen doen: er komt wortelrot, de boom krijgt steeds minder voeding en sterft langzamerhand af. Ook bij mijn moeder is de levensenergie zich aan het terugtrekken.

Het verdriet, het lijden die ik voel komen door het kiezen: ik wil liever niet dat mijn moeder en de boom sterven. Maar ik heb niet diep genoeg gekeken. De boom, mijn moeder en de zwammen zijn allemaal leeg, leeg van een permanente kern. Zoals alles wat bestaat, nemen we vormen aan maar gaan we ook terug naar het vormloze, een ruimtelijke plek waar alles mogelijk is, waar alles aanwezig is. Dat inzicht gaf me weer rust en ook gelijkmoedigheid. Daardoor moet ik aan de brahmavihara’s denken.

De brahmavihara’s zijn de 4 aspecten van ware liefde. De eerste is liefde, (“maitri” in het Sanskriet of “metta” in het Pali). De tweede is mededogen, (“karuna” in beide talen). De derde is vreugde, (“mudita” in beide talen). En de vierde is gelijkmoedigheid, (“upeksha” in het Sanskriet en “upekkha” in het Pali).

Het valt me op dat gelijkmoedigheid de vierde van de brahmavihara’s is. Dat is volgens mij geen toeval. Want zonder de eerste drie, zou gelijkmoedigheid als een soort onverschilligheid begrepen kunnen worden. Maar “liefde”, “mededogen” en “vreugde” worden voorafgaand aan Upeksha genoemd. En zo zie ik het: ware liefde discrimineert niet. Je gaat dus niet voor de beuk kiezen en de zwammen eruit schoppen, zoals ik heb gedaan. Ware liefde geeft je een diep begrip in het lijden van alle wezens omdat je ook je eigen lijden steeds beter gaat zien en begrijpen. Compassie en mededogen zijn daar een gevolg van. Je wil geen lijden veroorzaken, je wil het leven bijstaan en alle wezens helpen. Het diepe begrijpen geeft je vreugde en gelijkmoedigheid. Je stopt met strijden of kiezen of je op te winden.

Ware liefde is op vertrouwen gebaseerd. Het vertrouwen is een kwaliteit van “hart-geest” zoals de mind genoemd wordt in het Oosten. Het is geen blind vertrouwen, maar een vertrouwen dat op begrip en inzicht gebaseerd is. Het is geen redenering vanuit het hoofd, maar vanuit ruimte in het hart waar alles welkom is: de in volle groei zijnde zwammen, de zieke beuk, de aftakelende moeder, de levenskracht. Vertrouwen is het zien dat alles met elkaar in verbinding is en dat alles een gezamenlijk thuis heeft. Het is vertrouwen in het leven. Dit vertrouwen geeft je ook gelijkmoedigheid. Voor- en tegenspoed hebben dan geen invloed meer op je. Je voel je vrij en stabiel van binnen. Zo begrijp ik Upeksha.

En nu diep blijven kijken, iedere keer opnieuw!