Geef het op!
Waarom is het zo lastig om te zeggen: "ik geef het op"?
Wanneer we misselijk in bed liggen, dan is het beste wat we kunnen doen naar de wc lopen, ons volledig ontspannen en overgeven. Toch denken we vaak: als ik nou maar heel stil blijf liggen en rustig ademhaal, dan hoef ik niet over te geven en gaat het misschien wel over. We leggen tegen beter weten in onze wil op aan ons lichaam. Totdat het echt niet langer gaat, waarna we ons afvragen waarom we zo lang tegen die misselijkheid gevochten hebben.
Zo gaan we met bijna alles in ons leven om. Dit heeft te maken met onze behoefte om regie over ons leven te hebben. Als we "opgeven", dan voelen we ons een speelbal op de golven van het leven. We kunnen niet overzien wat ons dan allemaal zal overkomen. En dat voelt spannend.
Er zijn twee situaties waarin opgeven heel makkelijk is:
- Als alles gaat zoals we willen.
- Als het leven besluit om ons de regie met kracht uit de handen te slaan.
Er is echter meestal sprake van het grote grijze gebied tussen die twee extremen in. In dat grijze gebied is er enige mate van ongemak aanwezig. De regisseur in ons vindt dat hij dat kan hanteren en maakt ons wijs dat hij ons het best haalbare leven bij elkaar organiseert. Dat gaat echter niet vanzelf. De regisseur bedenkt voortdurend strategieën om dit waar te maken. En alles in ons en om ons heen wat dat in de weg staat is niet welkom.
Wat we vaak niet doorhebben is dat niet het leven zelf, maar dit systeem van strategieën en bijbehorende obstakels de grootste stressfactoren creëert in ons leven. Wanneer je dat ziet, dan is je regisseur gezien en 'ontwapend'.